ECLI:NL:HR:2021:1949

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
20/02699
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de devolutieve werking van het appel en dwaling in vaststellingsovereenkomsten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door Ecuaflor c.s. tegen de arresten van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Ecuaflor c.s. had beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het hof van 27 augustus 2019 en 2 juni 2020, waarbij het hof eerdere vonnissen van de rechtbank Gelderland had bekrachtigd. De zaak betreft contractenrecht, specifiek de devolutieve werking van het appel en de toepassing van het Haviltexcriterium in het kader van dwaling bij vaststellingsovereenkomsten.

De Hoge Raad heeft de klachten van Ecuaflor c.s. over de arresten van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die arresten. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven voor zijn oordeel, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Ecuaflor c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op een totaal van € 9.171,34, inclusief verschotten en salaris voor de advocaten van de verweerders. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/02699
Datum24 december 2021
ARREST
In de zaak van
1. ECUAFLOR HOLDING B.V.,
gevestigd te Oosterbeek,
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiseres 3],
wonende te [woonplaats],
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Ecuaflor c.s.,
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
1. [verweerster 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [verweerster 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
3. [verweerder 3],
wonende te [woonplaats],
4. [verweerster 4],
wonende te [woonplaats],
5. KJC MASTERSHAUSEN B.V.,
gevestigd te Oosterbeek,
6. KJC SPRINGE-BENNIGSEN B.V.,
gevestigd te Oosterbeek,
7. KJC INVEST B.V.,
gevestigd te Oosterbeek,
8. KJC COMPANY B.V.,
gevestigd te Oosterbeek,
9. DE HUNNENSCHANS BEHEER B.V.,
gevestigd te Oosterbeek,
10. [verweerder 10],
wonende te [woonplaats],
11. [verweerster 11],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaten: J.W.H. van Wijk en J.W. de Jong.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaken C/05/252818 / HA ZA 13-709 en C/05/278276 / HA ZA 15-98 / 827 / 150 / 560 van de rechtbank Gelderland van 22 januari 2014, 1 oktober 2014, 17 juni 2015 en 21 oktober 2015;
de arresten in de zaken 200.160.016 en 200.183.864 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 november 2016, 9 januari 2018, 27 augustus 2019 en 2 juni 2020.
Ecuaflor c.s. hebben tegen de arresten van het hof van 27 augustus 2019 en 2 juni 2020 beroep in cassatie ingesteld.
[verweerders] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Ecuaflor c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de arresten van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die arresten. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Ecuaflor c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 6.971,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Ecuaflor c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren M.J. Kroeze, als voorzitter, C.H. Sieburgh en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
24 december 2021.