Uitspraak
wonende te [woonplaats] ,
gevestigd te Hilversum,
hierna: Spinnin,
gevestigd te Hilversum,
hierna: MAS,
gevestigd te Hilversum,
hierna: Spinnin,
gevestigd te Hilversum,
hierna: MAS,
wonende te [woonplaats] ,
2.Uitgangspunten en feiten
7.83 De rechtbank is in haar beoordeling ervan uitgegaan dat de versie zoals die door [eiser] werd aangeleverd als de eerste vastlegging moet worden beschouwd. Dit is volgens Spinnin c.s. niet juist. Spinnin c.s. betogen dat in geval van [elektronische dansmuziek], waarbij elke volgende versie van een track voortbouwt op een eerdere versie, iedere nieuwe versie en dus ook de definitieve door Spinnin uitgebrachte versie van de track, als een eerste vastlegging moet worden aangemerkt. Die stelling vindt naar het oordeel van het hof geen steun in het recht, waarin stelmatig wordt gesproken over de eerste opname.
7.84 Spinnin c.s. betwisten daarnaast dat [eiser] het initiatief nam en verantwoordelijk was voor de eerste opname. Het hof leest in de betwisting geen andere stellingen of verweren dan die in eerste aanleg waren aangevoerd en door de rechtbank uitgebreid gemotiveerd zijn verworpen. Het hof onderschrijft die motivering en is met de rechtbank van oordeel dat in het licht van de vastgestelde feitelijke gang van zaken [eiser] als producent van de genoemde tracks moet worden aangemerkt, uitgezonderd de track getiteld Cracked, die niet bestaat.”
3.Beoordeling van de middelen in zaak 20/01155 ( [eiser] /Spinnin c.s.)
Beoordeling van het middel in het principale beroep
ex tunc). Art. 25f lid 2 Aw heeft geen betrekking op omstandigheden die zich hebben voorgedaan na het moment van contractsluiting. De rechter dient de vraag of een beding onredelijk bezwarend is als bedoeld in art. 25f lid 2 Aw dus
ex tuncte beoordelen.
Hierbij is van belang dat, anders dan bij de beoordeling of een beding onredelijk bezwarend is in de zin van art. 25f lid 2 Aw (zie hiervoor in 3.1.3), bij de beoordeling of de toepassing van een beding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, ook omstandigheden kunnen worden meegewogen die zich na de contractsluiting hebben voorgedaan, zoals de wijze waarop de overeenkomst is uitgevoerd.
4.Beoordeling van de middelen in zaak 20/01158 (Spinnin c.s./ [eiser] )
Beoordeling van het middel in het principale beroep
5.Beslissing
in het principale beroep:
in het incidentele beroep:
in het incidentele beroep:
17 december 2021.