Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het vierde cassatiemiddel
3.Beoordeling van het vijfde cassatiemiddel
4.Beoordeling van de overige cassatiemiddelen
5.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
- slechts een beperkt deel van de onder 4 impliciet cumulatief subsidiair tenlastegelegde feiten in aanmerking zou kunnen komen voor verjaring voor zover het gaat om de periode van 18 februari 2009 tot en met 30 november 2009, terwijl de bewijsvoering met betrekking tot het onder 4 bewezenverklaarde overwegend betrekking heeft op gedragingen die in 2012 zijn verricht, en
- de verdachte in deze zaak is veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden en 240 uren taakstraf wegens 1. “opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd”, 2. “opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel”, 3. “diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking”, 4. “opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod en opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd” en 6 primair “medeplegen van valsheid in geschrift”, zodat een partiële verjaring voor feit 4 geen wezenlijke invloed op de strafoplegging zou hebben.
6.Beslissing
30 november 2021.