ECLI:NL:HR:2021:1786
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraak van de bestuursrechter inzake besluit onder de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 26 november 2021 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] te [Z], vertegenwoordigd door gemachtigde A. Cmilansky, tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 1 juli 2020, met de nummers UTR 19/5116 en 19/5288 V. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat er geen wettelijke basis is voor het openstellen van beroep in cassatie tegen uitspraken van de bestuursrechter in geschillen die voortvloeien uit besluiten onder de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR). Hierdoor is het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.