Uitspraak
1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
“namens de inmiddels ontbonden rechtspersoon” [X] Ltd, een vennootschap naar Engels recht. De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift daarop verzocht binnen zes weken een bewijsstuk over te leggen waaruit blijkt dat hij is gemachtigd om het beroepschrift in cassatie in te dienen, dan wel een verklaring van degene namens wie hij beroep in cassatie heeft ingesteld dat deze daarmee instemt. De indiener van het beroepschrift heeft de Hoge Raad per brief geïnformeerd dat hij in zijn hoedanigheid van oud-aandeelhouder en voormalig bestuurder van [X] Ltd het beroepschrift in cassatie heeft ingediend. Hij heeft dit niet met bewijsstukken onderbouwd.
De indiener van het beroepschrift heeft een conclusie van repliek ingediend.