Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
23 november 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 november 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft valsheid in geschrift en verduistering, waarbij de verdachte een schadevergoedingsmaatregel opgelegd kreeg. De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen voor het gedeelte dat betrekking heeft op de vervangende hechtenis. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de totale duur van gijzeling, die kan worden opgelegd in het kader van de schadevergoedingsmaatregel, maximaal één jaar mag zijn, waarbij in deze specifieke zaak onder een jaar 360 dagen moet worden verstaan. Dit is in lijn met eerdere uitspraken van de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd voor zover deze betrekking had op de vervangende hechtenis en heeft zelf bepaald dat gijzeling kan worden toegepast voor de duur van ten hoogste een jaar. Het beroep is voor het overige verworpen.