ECLI:NL:HR:2021:1724
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 november 2021 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingesteld door M.C. van Dijke te Hansweert. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 maart 2021. De indiener van het cassatieberoep, een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener, had het beroepschrift op 28 april 2021 per fax ingediend. Echter, volgens artikel 1 van het Besluit van 6 maart 2019 was de indiener verplicht om digitaal te procederen, aangezien de uitspraak waartegen het beroep was ingesteld na 15 april 2020 was bekendgemaakt. De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener op 11 mei 2021 verzocht om het beroepschrift binnen zes weken digitaal in te dienen via het webportaal van de Hoge Raad. Deze brief is aangetekend verzonden en is afgeleverd op het opgegeven adres, maar de indiener heeft geen gevolg gegeven aan het verzoek. Hierdoor heeft de Hoge Raad, met toepassing van artikel 8:36a, lid 5, van de Algemene wet bestuursrecht, het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen.