ECLI:NL:HR:2021:1724

Hoge Raad

Datum uitspraak
19 november 2021
Publicatiedatum
18 november 2021
Zaaknummer
21/01843
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 november 2021 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingesteld door M.C. van Dijke te Hansweert. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 maart 2021. De indiener van het cassatieberoep, een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener, had het beroepschrift op 28 april 2021 per fax ingediend. Echter, volgens artikel 1 van het Besluit van 6 maart 2019 was de indiener verplicht om digitaal te procederen, aangezien de uitspraak waartegen het beroep was ingesteld na 15 april 2020 was bekendgemaakt. De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener op 11 mei 2021 verzocht om het beroepschrift binnen zes weken digitaal in te dienen via het webportaal van de Hoge Raad. Deze brief is aangetekend verzonden en is afgeleverd op het opgegeven adres, maar de indiener heeft geen gevolg gegeven aan het verzoek. Hierdoor heeft de Hoge Raad, met toepassing van artikel 8:36a, lid 5, van de Algemene wet bestuursrecht, het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer21/01843
Datum19 november 2021
ARREST
op het door [X] te [Z] ingediende beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 maart 2021, nr. 20/00462 [1] .

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

1.1
In deze zaak is bij brief beroep in cassatie ingesteld. Het cassatieberoep is gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof van 18 maart 2021. Uit het beroepschrift in cassatie blijkt dat het cassatieberoep is ingesteld door een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener namens M.C. van Dijke te Hansweert. De Hoge Raad heeft dat beroepschrift op 28 april 2021 per fax ontvangen.
1.2
Artikel 1 van het Besluit van 6 maart 2019, Staatsblad 2020, 99 [2] , brengt mee dat een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener verplicht is digitaal te procederen in die gevallen waarin het beroep in cassatie is gericht tegen een uitspraak die op of na 15 april 2020 is bekendgemaakt. Dat is in deze zaak het geval zodat het beroepschrift in cassatie digitaal, via het webportaal van de Hoge Raad, had moeten worden ingediend.
De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift daarom bij brief van 11 mei 2021 (onder meer) verzocht het beroepschrift in cassatie binnen zes weken via het webportaal van de Hoge Raad in te dienen. Deze brief is aangetekend verzonden en is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door de gemachtigde van belanghebbende opgegeven adres. De indiener van het beroepschrift heeft geen gevolg gegeven aan dat verzoek.
Daarom zal de Hoge Raad met toepassing van artikel 8:36a, lid 5, Awb het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2021.

Voetnoten

2.Besluit van 6 maart 2019, houdende vaststelling van het tijdstip van gedeeltelijke inwerkingtreding van de Wet van 13 juli 2016 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Algemene wet bestuursrecht in verband met vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht (Stb. 2016, 288), de Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht, het Besluit digitalisering burgerlijk procesrecht en bestuursprocesrecht en het Aanpassingsbesluit vereenvoudiging en digitalisering procesrecht (Inwerkingtredingsbesluit digitaal procederen in bestuursrechtelijke cassatieprocedures).