2.4Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de hoogte van de billijke vergoeding opnieuw vastgesteld.Het hof heeft, voor zover in cassatie van belang, het volgende overwogen.
Hoogte van de vergoeding
Uitgaande van een ticketprijs van € 50,-- en van 70% vergoedingsplichtig repertoire (hierna: Sena-repertoire) neemt het hof een prijs van € 0,75 per bezoeker als uitgangspunt bij de vaststelling van de billijke vergoeding voor dance-evenementen. (rov. 26)
Sena-repertoire
Ter onderbouwing van hun stelling dat het aandeel Sena-repertoire tijdens dance- evenementen gemiddeld tussen de 35,5% en 40,94% ligt, hebben de organisatoren rapportages van DJ Monitor overgelegd. Nog daargelaten het standpunt van Sena dat de aan die rapportages ten grondslag liggende onderzoeken oncontroleerbaar zijn, heeft Sena terecht erop gewezen dat de eerst overgelegde rapportage van DJ Monitor, op grond waarvan de organisatoren tot het aanvankelijk door hen gestelde percentage kwamen, een aantal onregelmatigheden bevatte. Dat is door de organisatoren in zoverre erkend dat zij een gecorrigeerde rapportage hebben overgelegd, met daarin een herberekening. De gecorrigeerde rapportage van DJ Monitor kan echter nog steeds niet als juist worden geaccepteerd. Zo gaan de organisatoren en DJ Monitor ervan uit dat herkende “Live Performances” niet onder het Sena-repertoire vallen. Sena wijst terecht erop dat het gebruik van commercieel uitgegeven opnames van livemuziek zou kunnen worden herkend als livemuziek, terwijl in dat geval toch sprake is van Sena-repertoire. In dit verband is van belang dat niet onaannemelijk is dat in de door DJ Monitor onderzochte data onder meer sprake is van het gebruik van opnames van livemuziek en niet van werkelijk live gespeelde of door de dj live gecreëerde muziek, aangezien DJ Monitor verwijst naar livemuziek met ISRC-codes. Daarbij komt dat DJ Monitor ten onrechte ervan uitgaat dat online beschikbare muziek die “nergens officieel verkrijgbaar” is, niet tot het Sena-repertoire behoort. Krachtens art. 7 lid 2 Wnr valt ook online voor het publiek beschikbaar gestelde muziek onder het begrip “voor commerciële doelen uitgebrachte fonogrammen” en daarmee onder het Sena-repertoire.
Daar staat echter tegenover dat zelfs als wordt gecorrigeerd voor de door Sena geconstateerde onregelmatigheden, niet tot het door Sena gestelde aandeel van 68,4% tot 85,3% wordt gekomen. Sena houdt er in haar herberekening immers ten onrechte geen rekening mee dat herkenning van muziek niet zonder meer impliceert dat sprake is van een commercieel uitgebracht fonogram, reeds omdat werkelijk live gespeelde muziek ook herkend kan worden. Gelet op het voorgaande acht het hof het redelijk om uit te gaan van een aandeel Sena-repertoire van 60%. Het hof zal dit percentage als uitgangspunt nemen bij de vaststelling van de tarieven. (rov. 32)
In rov. 26 is reeds overwogen dat een tarief van € 0,75 per bezoeker als uitgangspunt kan dienen voor de vaststelling van een billijk tarief voor dance-evenementen, uitgaande van een 70% vergoedingsplichtig repertoire. Nu het hof voor de vaststelling van de tarieven een Sena-repertoire van 60% als uitgangspunt neemt, dient hiervoor gecorrigeerd te worden. In lijn met het arrest Sena/NKPzal het hof dan ook een lager (hoewel niet evenredig lager) tarief als uitgangspunt nemen voor de vaststelling van de billijke vergoeding, te weten een bedrag van € 0,65 per bezoeker. (rov. 33)
Als individuele organisatoren in voorkomende gevallen stellen dat tijdens het door hen georganiseerde dance-evenement minder dan 60% Sena-repertoire is gebruikt, dienen zij die stelling te onderbouwen door gegevens aan te leveren op grond waarvan Sena kan vaststellen wat het werkelijke aandeel Sena-repertoire was. Als uit de vaststelling van het werkelijke aandeel Sena-repertoire blijkt dat dat aandeel hoger of lager is dan 60%, zal de door de desbetreffende organisator te betalen billijke vergoeding naar evenredigheid worden bijgesteld. Niet alleen een lager aandeel leidt dus tot aanpassing van de billijke vergoeding, ook een hoger aandeel. Gelet op de verantwoordelijkheid die beide partijen op dit punt hebben, acht het hof het redelijk als de desbetreffende organisator en Sena de aan de vaststelling van het werkelijke Sena-repertoire verbonden redelijke en evenredige kosten ieder voor de helft dragen. (rov. 34-36)
Percentage
Bij de berekening van het toe te passen percentage is het Kennis- en Expertisecentrum Auteursrechten van de Stichting Geschillencommissies voor Beroep en Bedrijf (hierna: de Geschillencommissie) uitgegaan van een gemiddelde ticketprijs van € 40,--. De Geschillencommissie overweegt op dit punt:
“Anders dan de rechtbank als in rechte onbestreden heeft vastgesteld, is de commissie niet tot de overtuiging gekomen dat de gemiddelde waarde van een ticket voor een ‘dance event’ € 50,-- bedraagt. Naar aanleiding van de door de Dance Organisatoren verstrekte informatie (…) is een gemiddeld bedrag van € 40,-- meer aannemelijk (…).” (rov. 39)
Het hof ziet geen aanleiding af te wijken van de gemiddelde ticketprijs van € 40,-- waarmee de Geschillencommissie heeft gerekend. (rov. 40)
Het hof zal, uitgaande van a) de vaststelling dat een tarief van € 0,65 als uitgangspunt billijk is, b) en de vaststelling dat de gemiddelde ticketprijs € 40,-- bedraagt, het percentage ter berekening van de billijke vergoeding vaststellen op 1,625% van de recette (0,65/40). (rov. 41)