ECLI:NL:HR:2021:1658

Hoge Raad

Datum uitspraak
5 november 2021
Publicatiedatum
4 november 2021
Zaaknummer
19/05503
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam over bindende tariefinlichting

In deze zaak heeft [X] N.V. beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 19 november 2019, nr. 18/00543. Dit hoger beroep volgde op een eerdere uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 16/5609) die betrekking had op een bindende tariefinlichting die aan belanghebbende was gegeven. De belanghebbende, vertegenwoordigd door B.A. Kalshoven, heeft een middel voorgesteld in het cassatieberoep. De Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft het middel beoordeeld en geconcludeerd dat het niet kan leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken op 5 november 2021 door vice-president M.E. van Hilten, samen met raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in aanwezigheid van waarnemend griffier E. Cichowski.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer19/05503
Datum5 november 2021
ARREST
in de zaak van
[X] N.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 19 november 2019, nr. 18/00543 [1] , op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. HAA 16/5609) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven bindende tariefinlichting.

1.Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door B.A. Kalshoven, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft het middel over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat dit middel niet kan leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van dit middel is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

4.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 5 november 2021.