Uitspraak
's-Hertogenbosch van 31 augustus 2020, nummer 20-001930-19, in de strafzaak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
- de door een advocaat verstrekte schriftelijke bijzondere volmacht tot het instellen van hoger beroep van 21 juni 2019 vermeldt dat de dagvaarding in hoger beroep kan worden verzonden naar het adres van de verdachte, te weten [a-straat 1] in [plaats] ;
- de dagvaarding in hoger beroep is op 2 juli 2020 tevergeefs aangeboden op het adres [b-straat 1] in [plaats] en vervolgens op 8 juli 2020 uitgereikt aan een medewerker van het openbaar ministerie, waarna op die datum een afschrift van de dagvaarding is verzonden naar dat adres in [plaats] ;
- een informatiestaat SKDB-persoon van 8 juli 2020 houdt in dat de verdachte op dat moment niet is gedetineerd, met ingang van 29 augustus 2019 in de basisregistratie personen (BRP) is ingeschreven op het adres [b-straat 1] in [plaats] en dat de verdachte vanaf 26 februari 2019 tot 29 augustus 2019 niet was ingeschreven in de BRP;
- de verdachte is niet verschenen op de terechtzitting in hoger beroep en tegen hem is verstek verleend, waarna het hof de verdachte op grond van artikel 416 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn hoger beroep.
3.Beslissing
12 oktober 2021.