Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
Een redelijke uitleg van artikel 592a (oud) Sv brengt als uitgangspunt mee dat bij de begroting van de daar bedoelde kosten dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in civiele procedures. Bij dat uitgangspunt dienen enkele kanttekeningen te worden geplaatst. In civiele procedures wordt doorgaans bij de begroting van door een in het ongelijk gestelde partij te vergoeden proceskosten een zogenoemd liquidatietarief gehanteerd, zoals neergelegd in het op rechtspraak.nl gepubliceerde ‘Liquidatietarief kanton’ of in het ‘Liquidatietarief rechtbanken en gerechtshoven’. Zo een liquidatietarief is geen recht in de zin van artikel 79 RO, maar slechts een de rechter niet bindende richtlijn. Een dergelijke richtlijn leent zich bovendien niet steeds voor directe toepassing op de door de raadsman verrichte werkzaamheden ten behoeve van de benadeelde partij die zich in het strafproces heeft gevoegd. (Vgl. HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:793, rov. 2.7.1 en 2.7.3.)
4.Beslissing
5 oktober 2021.