ECLI:NL:HR:2021:1432
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie betreffende belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 oktober 2021 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingesteld door belanghebbende, aangeduid als [X] te [Z]. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 9 juni 2021 verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief werd echter teruggezonden wegens onbestelbaarheid. Na adresverificatie werd het stuk opnieuw verzonden, maar belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt. Hierdoor was het voor de Hoge Raad niet mogelijk om te bepalen waarop het geschil betrekking had. De Hoge Raad heeft daarom besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en werd in het openbaar uitgesproken op dezelfde datum.