ECLI:NL:HR:2021:1384
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2021 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende, die niet heeft voldaan aan een verzoek van de griffier om een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. De griffier had belanghebbende op 2 juni 2021 aangetekend verzocht om dit afschrift binnen vier weken te overleggen. Ondanks dat de brief volgens Track&Trace van PostNL op het juiste adres is afgeleverd, heeft belanghebbende hier geen gebruik van gemaakt. Hierdoor was het voor de Hoge Raad niet mogelijk om te bepalen waar het geschil precies over ging. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard moest worden. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.