Uitspraak
wonende te [woonplaats],
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
16 juli 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft betrokkene, wonende te [woonplaats], een verzoek tot cassatie ingediend tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland, gedateerd 19 november 2020, in de zaak C/05/378574 / FZ RK 20-2987. De Hoge Raad verwijst naar deze beschikking voor het verloop van het geding in feitelijke instantie. De officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland, als verweerder in cassatie, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst van deze beoordeling is dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven voor dit oordeel, aangezien het niet nodig was om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 16 juli 2021 het beroep verworpen. Deze beschikking is gegeven door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, C.H. Sieburgh en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.