ECLI:NL:HR:2021:1150

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 juli 2021
Publicatiedatum
15 juli 2021
Zaaknummer
20/03592
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot wijziging van partneralimentatie en kinderalimentatie in het kader van relevante wijziging van omstandigheden

In deze zaak heeft de vrouw, hierna verzoekster, cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof. De zaak betreft een verzoek tot wijziging van partneralimentatie en kinderalimentatie, waarbij de vraag centraal staat of er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden zoals bedoeld in artikel 1:401 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. De advocaat van de vrouw, C.G.A. van Stratum, heeft het cassatierekest ingediend, terwijl de man, verweerder in cassatie, vertegenwoordigd werd door advocaat J.P. Heering en heeft verzocht het beroep te verwerpen. De Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 16 juli 2021 het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/03592
Datum16 juli 2021
BESCHIKKING
In de zaak van
[de vrouw], tevens gemachtigde van de jongmeerderjarige [kind 3],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de vrouw,
advocaat: C.G.A. van Stratum,
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de man,
advocaat: J.P. Heering.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak C/09/555816 FA RK 18-4744 van de rechtbank Den Haag van 14 maart 2019;
de beschikking in de zaak 200.260.878/01 van het gerechtshof Den Haag van 5 augustus 2020.
De vrouw heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De man heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de vrouw heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, A.E.B. ter Heide en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
16 juli 2021.