ECLI:NL:HR:2021:1129

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 juli 2021
Publicatiedatum
9 juli 2021
Zaaknummer
20/03057
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van arrest wegens schending van aanwezigheidsrecht in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 13 juli 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 16 september 2020 bij verstek was gewezen. De verdachte, geboren in 1990, had beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat H. Bakker. De advocaat-generaal A.E. Harteveld concludeerde tot vernietiging van het bestreden arrest en terugwijzing naar het gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling van de zaak.

De Hoge Raad oordeelde dat het hof in hoger beroep op 16 september 2020 ten onrechte verstek had verleend tegen de niet-verschenen verdachte. Het cassatiemiddel, dat door de verdediging was ingediend, klaagde over deze beslissing. De Hoge Raad oordeelde dat het middel slaagde, en dat de redenen hiervoor waren uiteengezet in de conclusie van de advocaat-generaal. De Hoge Raad stelde vast dat er geen afschrift van de oproeping voor de nadere terechtzitting was verzonden naar het adres dat in de bijzondere volmacht was vermeld, wat in strijd was met het aanwezigheidsrecht van de verdachte.

Gelet op deze schending van het recht op aanwezigheid, vernietigde de Hoge Raad het arrest van het hof en wees de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam, zodat de zaak opnieuw kon worden berecht en afgedaan. Dit arrest benadrukt het belang van het aanwezigheidsrecht in strafprocedures en de noodzaak voor een zorgvuldige behandeling van de communicatie met de verdachte.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer20/03057
Datum13 juli 2021
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het gerechtshof Amsterdam van 16 september 2020, nummer 23-003126-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft H. Bakker, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de beslissing van het hof op de terechtzitting in hoger beroep van 16 september 2020 tot het verlenen van verstek tegen de niet-verschenen verdachte.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen hiervoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 3.1-3.6.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 juli 2021.