In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen ten aanzien van betrokkene voor de volgende vormen van verplichte zorg, elk voor de duur van 24 maanden:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.
(ii) Tijdens de mondelinge behandeling zijn betrokkene en zijn advocaat, een behandelend psychiater en de waarnemend curator van betrokkene gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig bij de mondelinge behandeling.
(iii) In het proces-verbaal van de mondelinge behandeling staat, voor zover van belang, het volgende vermeld:
“[Psychiater] - Het toedienen van vocht en voeding en het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen hoeven niet opgenomen te worden als vormen van verplichte zorg. De overige voorgestelde vormen van verplichte zorg wel. (…) Betrokkene staat op de wachtlijst voor uitplaatsing. Als hij wordt uitgeplaatst moet hij het FACT-team wel toelaten. Ik zou dan ook de vorm van zorg "het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen" willen laten opnemen in de beschikking.
(…)
Advocaat - (…) Voor wat betreft de voorgestelde vormen van verplichte zorg ben ik van mening dat er niet zomaar een vorm van zorg kan worden toegevoegd. Er zal dan door het Openbaar Ministerie een nieuw verzoek moeten worden ingediend. Ik verzoek u dan ook om het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen moet worden afgewezen. (…) Ook wil ik u vragen om de termijn van de zorgmachtiging te beperken. Een termijn van 24 maanden vind ik te lang. Dit wordt vaak toegewezen als blijkt dat het niet meer in de verwachting ligt dat er nog enige verbetering bij een patiënt optreedt. Betrokkene komt in aanmerking voor uitplaatsing dus is zijn situatie wel verbeterd het afgelopen jaar. Ik vraag u dan ook om de machtiging te beperken tot maximaal 12 of misschien 6 maanden, om een vinger aan de pols te houden en als stok achter de deur om zicht te blijven houden op de ontwikkelingen met betrekking tot de uitplaatsing.
(…)
De rechter sluit hierop de behandeling en deelt mee, dat het verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging zal worden toegewezen voor een termijn van twaalf maanden. (…) Het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen zal de rechtbank met toepassing van art. 6:4, lid 2, Wvggz eveneens opnemen in de zorgmachtiging.”