In deze zaak heeft AA Accountants, gevestigd te Ouder-Amstel, beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De verweerster, een B.V. gevestigd te een onbekende vestigingsplaats, is niet verschenen in de procedure. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 29 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:960, de klachten van AA Accountants over het arrest van het hof beoordeeld. De Hoge Raad concludeert dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. Dit oordeel is gebaseerd op artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, waarbij het niet nodig is om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van AA Accountants schriftelijk heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en AA Accountants veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de verweerster zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen door de vicepresident C.A. Streefkerk en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en H.M. Wattendorff, en openbaar uitgesproken door raadsheer C.E. du Perron.