ECLI:NL:HR:2020:952
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet tijdig betalen van griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 mei 2020 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van de Stichting [X] tegen het Dagelijks Bestuur van Cocensus. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 26 september 2019. De Hoge Raad heeft beoordeeld of het beroep in cassatie ontvankelijk was. De griffier van de Hoge Raad had de belanghebbende, Stichting [X], op 20 december 2019 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor de betaling daarvan. Ondanks dat de brief was afgehaald, is het griffierecht niet voldaan. Vervolgens heeft de griffier op 28 januari 2020 een tweede brief gestuurd, waarin de belanghebbende werd verzocht om binnen vier weken te reageren op het niet tijdig betalen van het griffierecht. Deze termijn eindigde op 25 februari 2020. De belanghebbende heeft echter niet tijdig gereageerd, waardoor de op 26 februari 2020 ingekomen brief als te laat werd beschouwd. De Hoge Raad heeft op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.