ECLI:NL:HR:2020:877
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie van het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Oisterwijk tegen [X] B.V. inzake toeristenbelasting
In deze zaak heeft het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Oisterwijk beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 24 mei 2019. Dit beroep betreft de aan [X] B.V. opgelegde aanslagen in de toeristenbelasting voor de jaren 2015 en 2016. De Rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder uitspraak gedaan in deze zaak, met nummers BRE 17/1625 en 17/1626. De Hoge Raad heeft de klachten van het College beoordeeld, maar deze klachten konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom de klachten niet gegrond waren, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond, en dit arrest werd openbaar uitgesproken op 29 mei 2020.