ECLI:NL:HR:2020:823
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake naheffingsaanslag belasting personenauto's en motorrijwielen
In deze zaak heeft de Staatssecretaris van Financiën beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 juli 2019, waarin het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland werd behandeld. De Rechtbank had eerder een naheffingsaanslag opgelegd aan [X] B.V. te [Z] betreffende de belasting van personenauto's en motorrijwielen. De Hoge Raad heeft op 1 mei 2020 het beroep in cassatie ongegrond verklaard.
De Hoge Raad oordeelde dat het middel van de Staatssecretaris faalde op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest (18/02168), dat aan dit arrest is gehecht. De Staatssecretaris werd veroordeeld in de proceskosten van het geding in cassatie, waarbij rekening werd gehouden met de samenhang met een andere zaak (18/03728). De kosten voor de beroepsmatig verleende rechtsbijstand werden vastgesteld op € 525.
Het arrest is uitgesproken door vice-president R.J. Koopman, samen met de raadsheren E.N. Punt en M.E. van Hilten, en werd openbaar gemaakt op 1 mei 2020. Tevens werd er een griffierecht van € 508 geheven van de Staatssecretaris van Financiën.