ECLI:NL:HR:2020:790

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 april 2020
Publicatiedatum
22 april 2020
Zaaknummer
19/01421
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over inschrijving merk AMSTERDAM UNIVERSITY door Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 april 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (Bureau) tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag. Het Bureau had beroep ingesteld tegen het bevel van het hof tot inschrijving van het merk 'AMSTERDAM UNIVERSITY' voor merchandise. De Universiteit van Amsterdam (UvA) was de verweerder in deze cassatieprocedure. De advocaat van het Bureau was E.M. Tjon-En-Fa, terwijl T. Cohen Jehoram de UvA vertegenwoordigde.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar de beschikking van het hof van 18 december 2018, waarin het hof de inschrijving van het merk had goedgekeurd. Het Bureau verzocht de Hoge Raad om het beroep te verwerpen, maar de conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber was dat het cassatieberoep moest worden verworpen. De Hoge Raad heeft de klachten van het Bureau over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking.

De Hoge Raad heeft in zijn beslissing geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van het Bureau verworpen en het Bureau veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de UvA zijn begroot op € 879,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/01421
Datum24 april 2020
BESCHIKKING
In de zaak van
BENELUX-ORGANISATIE VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM (MERKEN EN TEKENINGEN OF MODELLEN en haar orgaan het BENELUX-BUREAU VOOR DE INTELLECTUELE EIGENDOM (MERKEN EN TEKENINGEN OF MODELLEN),
gevestigd te Den Haag,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: het Bureau,
advocaat: E.M. Tjon-En-Fa,
tegen
DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM,
gevestigd te Amsterdam.
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: de UvA,
advocaat: T. Cohen Jehoram.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar de beschikking in de zaak 200.238.260/01 van het gerechtshof Den Haag van 18 december 2018.
Het Bureau heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De UvA heeft verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt het Bureau in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de UvA begroot op € 879,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
24 april 2020.