Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
3.Beoordeling van de cassatiemiddelen voor het overige
4.Beslissing
21 april 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 april 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was betrokken bij een schietincident in Utrecht op 21 juni 2015, waarbij hij werd beschuldigd van poging tot zware mishandeling, het voorhanden hebben van een automatisch vuurwapen, bedreiging en mishandeling. De verdediging had in hoger beroep een voorwaardelijk verzoek gedaan om deskundigen van het NFI en een tweede onafhankelijke deskundige te horen. Het hof heeft echter niet beslist op dit verzoek, wat volgens de Hoge Raad een verzuim opleverde dat tot nietigheid van de uitspraak leidde. De Hoge Raad oordeelde dat een uitdrukkelijke beslissing op het verzoek tot het horen van deskundigen vereist was, ook al was het verzoek voorwaardelijk gedaan. Dit verzuim heeft geleid tot de vernietiging van het arrest van het hof en de terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling.