Bij de beoordeling van het middel zijn de volgende wettelijke bepalingen van belang.
- Artikel 410 lid 1 Sv:
“De officier van justitie dient binnen veertien dagen na het instellen van hoger beroep een schriftuur, houdende grieven, in op de griffie van het gerecht dat het vonnis heeft gewezen. De verdachte kan aldaar binnen veertien dagen na de instelling van het hoger beroep een schriftuur, houdende grieven, indienen. (...)”
- Artikel 416 lid 2 Sv:
“Indien de verdachte geen schriftuur houdende grieven heeft ingediend noch mondeling bezwaren tegen het vonnis opgeeft, kan het door de verdachte ingestelde hoger beroep zonder onderzoek van de zaak zelf niet-ontvankelijk worden verklaard.”
- Artikel 450 lid 1, aanhef en onder b Sv:
“Het aanwenden van de rechtsmiddelen, bedoeld in artikel 449, kan ook geschieden door tussenkomst van:
(...)
b. een vertegenwoordiger die daartoe persoonlijk, door degene die het rechtsmiddel aanwendt, bij bijzondere volmacht schriftelijk is gemachtigd.”
- Artikel 452 lid 1 Sv:
“Artikel 450 is op de indiening van schrifturen van overeenkomstige toepassing, behoudens het bepaalde in het tweede lid.”
2.4.1Ingevolge artikel 452 lid 1 Sv is op de indiening van schrifturen artikel 450 Sv van overeenkomstige toepassing. Dit betekent dat een schriftuur houdende grieven ook namens de verdachte kan worden ingediend door een vertegenwoordiger die daartoe persoonlijk door de verdachte bij bijzondere volmacht schriftelijk is gemachtigd.
2.4.2Het hof heeft toepassing gegeven aan artikel 416 lid 2 Sv en heeft daaraan klaarblijkelijk ten grondslag gelegd dat geen sprake is van 'grieven' als bedoeld in artikel 416 Sv. Het hof heeft in dat verband kennelijk geoordeeld dat de hiervoor weergegeven brief van de moeder niet kan worden aangemerkt als een schriftuur houdende grieven van de verdachte als bedoeld in artikel 410 lid 1 Sv en artikel 416 lid 2 Sv. Een en ander getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat noch de brief noch enig ander tot het strafdossier behorend stuk iets inhoudt waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de moeder persoonlijk door de verdachte bij bijzondere volmacht schriftelijk is gemachtigd een schriftuur houdende grieven namens hem in te dienen.