Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
14 april 2020.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in een strafzaak die betrekking heeft op diefstal met geweld van pakken garnalen en een pak kip uit een minimarket in Curaçao. De verdachte heeft beroep ingesteld tegen de geldigheid van de betekening van de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis en tot nietigverklaring van de oproeping in hoger beroep.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de betekening van de oproeping niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden. De oproeping was uitgereikt aan de advocaat op het kantooradres van de raadsvrouw van de verdachte, terwijl de verdachte een andere feitelijke woon- of verblijfplaats had. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de uitreiking had moeten geschieden op het adres van inschrijving in het bevolkingsregister of op het laatst opgegeven woonadres van de verdachte. De Hoge Raad heeft de betekening van de oproeping in hoger beroep nietig verklaard, omdat de procedure niet correct was gevolgd en de verdachte niet op de juiste wijze was opgeroepen.
Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtsgeldigheid van betekening in strafzaken, vooral in situaties waarin de verdachte een domicilie heeft gekozen dat niet overeenkomt met zijn feitelijke woonadres.