In deze zaak heeft verzoekster, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft de vraag of een cao-regeling die werknemers een suppletie en premievrije voortzetting van pensioen na twee jaar ziekte toekent, kan worden aangemerkt als een 'gelijkwaardige voorziening' in de zin van artikel 7:673b BW. Dit heeft implicaties voor de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding. De Hoge Raad heeft de klachten van verzoekster over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en verzoekster in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, begroot op € 879,07 aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris. De beschikking is gegeven op 20 maart 2020 en openbaar uitgesproken door raadsheer C.E. du Perron.