Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
17 maart 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 maart 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren, maar in hoger beroep werd hij vrijgesproken van twee van de vier tenlastegelegde feiten. Voor de feiten waar hij wel schuldig aan werd bevonden, werd hij veroordeeld tot 38 maanden gevangenisstraf. De verdediging voerde aan dat de redelijke termijn was overschreden, wat de Hoge Raad bevestigde. De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet voldoende had gemotiveerd in welke mate de straf was verlaagd wegens deze overschrijding. Dit leidde tot een partiële vernietiging van de uitspraak van het hof, enkel wat betreft de strafoplegging, en de zaak werd terugverwezen naar het hof voor herbehandeling van de straf.