ECLI:NL:HR:2020:431

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 maart 2020
Publicatiedatum
13 maart 2020
Zaaknummer
18/04668
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek in cassatie betreffende niet-ontvankelijkheid op basis van artikel 512 Sv

In deze zaak gaat het om een wrakingsverzoek dat is ingediend door de verzoeker, die was gedagvaard om als getuige te worden gehoord door de Rechtbank. De raadsman van de verzoeker heeft een verzoek tot wraking gedaan, omdat de Rechtbank geen beschikking heeft gegeven op het verzoek om de identiteit van de verzoeker te beschermen tijdens het verhoor. De wrakingskamer heeft de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard, omdat artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering geen ruimte biedt voor een wrakingsverzoek door anderen dan de verdachte of het Openbaar Ministerie. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat er tegen een beslissing op een verzoek tot wraking geen rechtsmiddel openstaat, waardoor het cassatieberoep van de verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan op 17 maart 2020, en de zaak betreft het nummer 18/04668.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/04668
Datum17 maart 2020
BESLISSING
op het beroep in cassatie tegen een beslissing van het gerechtshof Den Haag van 17 oktober 2018, nummer AV 001419-18, op een wrakingsverzoek als bedoeld in artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000,
hierna: de verzoeker.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verzoeker. Namens deze heeft M.J.G. Schroeder, advocaat te Voorburg, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet‑ontvankelijkverklaring van de verzoeker in het beroep.
De raadsman van de verzoeker heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Ingevolge artikel 515 lid 5 van het Wetboek van Strafvordering staat tegen een beslissing op een verzoek tot wraking geen rechtsmiddel open zodat het cassatieberoep niet‑ontvankelijk is.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 maart 2020.