Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
7 januari 2020.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 25 januari 2019 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1977, is beschuldigd van de moord op zijn ex-vriendin, die plaatsvond op 10 augustus 2015 na haar dienst in het Tweesteden ziekenhuis te Waalwijk. De verdediging heeft middelen ingediend die betrekking hebben op de voorbedachte raad, de betrouwbaarheid van een getuigenverklaring en de beslissing van het Hof om de ex-partner van het slachtoffer toestemming te geven om kennis te nemen van de processtukken. Dit laatste was bedoeld om een mogelijke civiele vordering te onderbouwen. De benadeelde partij heeft ook een middel van cassatie ingediend. De Advocaat-Generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de ingediende middelen niet tot cassatie kunnen leiden, omdat zij geen rechtsvragen oproepen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. De Hoge Raad heeft het beroep op 7 januari 2020 verworpen.