ECLI:NL:HR:2020:37

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 januari 2020
Publicatiedatum
13 januari 2020
Zaaknummer
18/03404
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie tegen arrest Gerechtshof Amsterdam inzake vernieling van ruiten

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam, dat op 27 juli 2018 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1998. De verdachte was betrokken bij de vernieling van ruiten van de woning van zijn onderbuurman, wat valt onder artikel 350, lid 1 van het Wetboek van Strafrecht. De opgelegde straf bestond uit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één week, wat vragen opriep over de proportionaliteit van de straf in vergelijking met eerdere straffen die in soortgelijke zaken waren opgelegd. De advocaat van de verdachte, M. Berndsen, heeft een middel van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat het middel niet tot cassatie kon leiden, omdat het niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen die van belang zijn voor de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep, en dit arrest is uitgesproken op 14 januari 2020 door de vice-president J. de Hullu en de raadsheren M.J. Borgers en J.C.A.M. Claassens, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Schnetz.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer18/03404
Datum14 januari 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 27 juli 2018, nummer 23/000422-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
hierna: de verdachte.

1.Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M. Berndsen, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M.J. Borgers en J.C.A.M. Claassens, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
14 januari 2020.