ECLI:NL:HR:2020:313

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 februari 2020
Publicatiedatum
20 februari 2020
Zaaknummer
18/03700
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overeenkomstenrecht en verplichtingen van woningcorporatie bij bouwprojecten

In deze zaak heeft Ludinga Vastgoed B.V. (hierna: Ludinga) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 mei 2018. Ludinga, vertegenwoordigd door advocaten J.P. Heering en J.L. Luiten, was in geschil met Stichting Accolade (hierna: Accolade), die werd bijgestaan door advocaat M.W. Scheltema. De kern van het geschil betreft de vraag of de woningcorporatie, samen met een vastgoedontwikkelaar, zich verplicht heeft tot de bouw van appartementen op bepaalde bouwpercelen. Dit betreft de uitleg van een hoofdzakelijk mondelinge overeenkomst en de betekenis van voorbereidingshandelingen door de corporatie voor de bouw.

De Hoge Raad heeft de klachten van Ludinga over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vastgelegd in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van Ludinga verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Accolade zijn begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. Het arrest is uitgesproken op 21 februari 2020 door de vicepresident en de raadsheren van de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer18/03700
Datum21 februari 2020
ARREST
In de zaak van
LUDINGA VASTGOED B.V.,
gevestigd te Harlingen,
EISERES tot cassatie,
hierna: Ludinga,
advocaten: J.P. Heering en J.L. Luiten,
tegen
STICHTING ACCOLADE,
gevestigd te Drachten,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Accolade,
advocaat: M.W. Scheltema.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/17/110054/HA ZA 11-75 van de rechtbank Noord-Nederland van 16 november 2011, 21 december 2011 en 4 juni 2014;
de arresten in de zaak 200.153.434/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 27 september 2016, 12 september 2017 en 29 mei 2018.
Ludinga heeft tegen het arrest van het hof van 29 mei 2018 beroep in cassatie ingesteld.
Accolade heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Ludinga heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt Ludinga in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Accolade begroot op € 865,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Ludinga deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren M.V. Polak, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
21 februari 2020.