2.2.2Deze bewezenverklaring steunt - met weglating van voetnoten - op de volgende bewijsmiddelen:
“1. het proces-verbaal van aangifte, inhoudende, als de verklaring van [slachtoffer], aangever:
Op 2 juni 2017 was ik samen met een vriend, [verdachte], naar het uitgaansgebied van Terneuzen geweest. (...) Op 3 juni 2017, net na middennacht, liepen wij (...) een tunneltje door en dan kom je op het Huizingaplein. (...) Onder het tunneltje stond een groep van ongeveer 10 mensen. Zij hadden daar volgens mij een feestje. (...) Toen wij langs de groep liepen hoorde ik [verdachte] aan iemand vragen of zij vloeitjes hadden. Op dat moment kwam een jongen en deed agressief naar [verdachte] toe. [verdachte] werd toen ook agressief en begon in het Engels te praten. Ik weet dat wanneer [verdachte] agressief wordt dat hij dan Engels gaat praten. (...) Ik zag dat [verdachte] vervolgens met een gebalde vuist uithaalde naar de jongen en ik zag dat de jongen in een keer op de grond viel en niet meer bewoog. Volgens mij sloeg [verdachte] met zijn rechter hand. Het ging allemaal heel snel.
Na de klap trokken [verdachte] en ik ons meteen terug (...) en achter het 'Scheldetheater', in de Dijkstraat, vroeg ik aan [verdachte] hoe hij dat deed. Wat er daarna gebeurde weet ik niet meer. Het enige wat ik weet is dat ik midden in de Dijkstraat wakker werd. [verdachte] was toen bij mij en hij vertelde meteen aan mij dat hij voordeed hoe hij de andere jongen had geslagen. Hij vertelde mij dat ik te dichtbij stond en dat hij mij raakte. Ik vind het vreemd dat hij dit bij mij voordeed. Hier vroeg ik niet letterlijk om. Hier was ik heel duidelijk in.
Ik was helemaal de weg kwijt. Ik voelde op dat moment geen pijn, maar ik zag wel dat mijn armen en mijn gezicht onder het bloed zaten. Ik zag dat ik nergens wonden had en dacht dat ik alleen verwond was aan mijn gezicht. Ik dacht dat het wel mee viel en (...) dat ik alleen een bloedneus had gehad.
[verdachte] stelde voor om naar de stad te gaan om mijn gezicht te wassen. Wij zijn vervolgens naar café [A] gegaan. (...) Toen ik mijn gezicht aan het wassen was werd ik aangesproken door twee mannen. (...) Eén van de mannen bracht [verdachte] en mij vervolgens naar het ziekenhuis. Daar werd mijn wenkbrauw gehecht. Mijn lip en neus werden geplakt.
(...)
Op 9 juni 2017 ben ik naar het ziekenhuis geweest om een scan te maken van mijn hoofd. De uitslag heb ik inmiddels ontvangen. Mijn beide oogkassen zijn gebroken en mijn neus is op twee plaatsen gebroken.
De dag na het incident voelde ik de pijn pas. Ik heb veel pijn in mijn hoofd en vooral veel pijn aan mijn neus.
De dag na het incident heeft [verdachte] een aantal malen sorry gezegd tegen mij. Hij gaf toe dat hij mij had geslagen. Hij zei dat hij het voor deed maar dat ik te dicht bij hem stond. (...) Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
2. Het proces-verbaal verhoor verdachte, inhoudende, als de verklaring van [verdachte], verdachte:
p. 8
O: = Opmerking verbalisant
V: = Vraag verbalisant
A: = Antwoord verdachte
p. 11
V: Op 2 juni 2017 was jij samen met [slachtoffer] op pad geweest. Wat is er die dag gebeurd?
A: Wij hadden op het strand gezeten in Terneuzen en hadden flink wat biertjes gedronken. (...) Wij dronken ongeveer 15 biertjes per persoon. Vroeg in de avond waren wij vanaf het strand naar de stad van Terneuzen toe gegaan. In de stad hadden wij biertjes gedronken en gezellig gehad. (...) Rond ongeveer middennacht (...) liepen wij naar huis. Bij het Huizingaplein liepen wij door een tunneltje. Daar zagen wij mensen die een feestje hadden. Wij hoorden muziek en er werd op straat gedronken. Wij hadden zin in een jointje en wij gingen aan de mensen daar om een lange vloei vragen. (...) Een jongen uit de groep kwam mijn kant op en daar kreeg ik ruzie mee. (...) Ik ben toen in het Engels tegen hem gaan praten. (...) en sloeg hem toen met mijn rechtervuist tegen zijn linker kaak. (...) Hij was in een keer 'knock out'. (...) [slachtoffer] en ik renden vervolgens weg. (...) richting de Korte Dijkstraat.
Daar gingen wij even wachten en kijken of wij niet achtervolgd werden. Wij hoorden ze nog wel, maar zagen ze niet. Op dat moment vroeg [slachtoffer] aan mij hoe ik dat deed. Ik hoorde hem zeggen: “Fucking wreed, hoe deed je dat nou”. Ik wilde het toen laten zien, maar wij stonden te dicht bij elkaar. Ik deed toen precies na wat ik bij die jongen deed. Ik sloeg hem met mijn rechtervuist tegen zijn hoofd. (...) Ik zag dat [slachtoffer] door de klap recht voorover viel. Ik zag dat hij op zijn gezicht viel. Ik raapte hem op en ik zag hij flink bloedde. Hij was zeker 10 tot 15 seconden buiten westen. (...) Toen [slachtoffer] bij kwam had ik hem opgeraapt en wilde met hem weg gaan. Ik had zijn arm over mijn nek heen gedaan en toen was ik richting de stad gelopen. (...) In de stad kwamen wij in [A] terecht. Een vreemde wilde ons toen naar de huisartsenpost brengen. Wij zijn hier op ingegaan. Bij de huisartsenpost werd [slachtoffer] gehecht aan zijn oog.
3. Een bescheid als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering, te weten een door [betrokkene 1], forensisch geneeskundige ondertekende medische verklaring d.d. 26 juni 2017, inhoudende:
Op 3 juni 2017 was
NAAM: [slachtoffer]
GEB. DATUM: [geboortedatum] 1982
ADRES: [plaats]
als slachtoffer betrokken bij een gewelddadig incident.
Op basis van schriftelijke informatie-inwinning bij de behandelend geneeskundige(n) (KNO-arts [betrokkene 3] van het ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen), kan ik u over het daarbij opgelopen letsel het volgende melden.
Het bleek te gaan om meerdere botbreuken in het neusbeen (zonder verplaatsing of scheefstand), alsmede een botbreuk in de rechter oogkas. Ter verder onderzoek werd nog een CT-onderzoek verricht. Ook om hierop het vervolgbeleid te bepalen. Betrokkene koos er in het controletraject voor om geen hersteloperatie te ondergaan. (...)
Conclusie: botbreuken van de neus en de oogkas.
4. Een bescheid als bedoeld in artikel 344, eerste lid, aanhef en onder 5°, van het Wetboek van Strafvordering, te weten een door [betrokkene 2], KNO-arts ondertekende medische verklaring d.d. 12 juni 2017, gericht aan de advocaat van de benadeelde partij [slachtoffer], inhoudende:
Betreft: [slachtoffer] Geb. [geboortedatum]-1982 [plaats].
Uw cliënt werd op de polikliniek KNO gezien op 9-6-2017 en 12-6-2017.
KNO-onderzoek: RA; geen septumhematoom. Os nasale geen hematomen, discrete scheefstand R.
Aanvullend onderzoek: CT-sinus: meerdere fracturen os nasale. Ook orbitafractuur rechts.
Conclusie: Vermoeden herhaling neusfractuur na handgemeen. Bij controle bleek patiënt niet te wachten op eventuele reconstructieve chirurgie van de neus. Besproken werd een expectatief beleid.”