ECLI:NL:HR:2020:1949
Hoge Raad
- Cassatie
- P.M.F. van Loon
- L.F. van Kalmthout
- E.F. Faase
- Rechtspraak.nl
Cassatie over uitdeling van winst bij kwijtschelding van rentevordering op aandeelhouder
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 december 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de vraag of de kwijtschelding van een rentevordering op een aandeelhouder door een vennootschap kan worden aangemerkt als een uitdeling van winst. De belanghebbende, [X] B.V., had een vordering op de certificaathouder van € 5.140.420, waarvan € 54.940 aan rente was verschuldigd. De certificaathouder had de rente niet betaald en de vennootschap heeft de rentevordering aan het einde van 2014 afgewaardeerd tot nihil en het bedrag van € 54.940 kwijtgescholden. De Inspecteur heeft de belastbare winst van de vennootschap verhoogd met dit bedrag, wat leidde tot een geschil dat uiteindelijk bij het Gerechtshof Den Haag terechtkwam. Het Hof oordeelde dat de kwijtschelding niet was ingegeven door zakelijke motieven en dat deze een uitdeling van winst vormde, omdat de kwijtschelding was verleend in de hoedanigheid van houder van de certificaten van aandelen en niet als debiteur. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof vernietigd, omdat het Hof niet voldoende had gemotiveerd waarom de schenking van de certificaathouder aan zijn toekomstige echtgenoot invloed had op de kwalificatie van de kwijtschelding. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het Gerechtshof Amsterdam voor een nieuwe behandeling.