ECLI:NL:HR:2020:1918
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Rechtbank Gelderland inzake verzet belanghebbende
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2020 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, die zich had verzet tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Gelderland. De Rechtbank had op 11 oktober 2019 uitspraak gedaan in de zaak met nummer AWB 18/6509, die voortvloeide uit een eerdere uitspraak van 19 april 2019. Belanghebbende heeft een aantal klachten ingediend tegen de uitspraak van de Rechtbank op verzet. De Hoge Raad heeft deze klachten beoordeeld en geconcludeerd dat ze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft daarbij geen verdere motivering hoeven geven, aangezien de klachten niet relevant waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uiteindelijke beslissing van de Hoge Raad was dat het beroep in cassatie ongegrond werd verklaard.