ECLI:NL:HR:2020:1915
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2020 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingesteld door belanghebbende, aangeduid als [X] te [Z]. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 2 oktober 2020 per aangetekende brief verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief werd volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald, maar belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om het gevraagde document te overleggen. Hierdoor was het voor de Hoge Raad niet mogelijk om te bepalen waarop het geschil precies betrekking had. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad heeft verder geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.