ECLI:NL:HR:2020:1915

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 december 2020
Publicatiedatum
1 december 2020
Zaaknummer
20/02256
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 december 2020 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep in cassatie dat was ingesteld door belanghebbende, aangeduid als [X] te [Z]. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 2 oktober 2020 per aangetekende brief verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief werd volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald, maar belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om het gevraagde document te overleggen. Hierdoor was het voor de Hoge Raad niet mogelijk om te bepalen waarop het geschil precies betrekking had. Gezien deze omstandigheden heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad heeft verder geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer20/02256
Datum4 december 2020
ARREST
op het door [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 2 oktober 2020 verzocht binnen vier weken na de dagtekening van deze brief een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald op de afhaallocatie. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Nu het niet mogelijk is te bepalen waarop het geschil betrekking heeft, zal de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2020.