Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
De voorzitter deelt na kort beraad mede dat het hof het verzoek afwijst, omdat er geen informatie is verschaft dat verdachte niet in staat was om naar de terechtzitting te komen.”
De verdachte of zijn raadsman moet concreet de omstandigheid aanvoeren die aan het verzoek tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting ten grondslag ligt. Indien zo’n omstandigheid niet wordt aangevoerd, mag de rechter het verzoek om die reden afwijzen. (Vgl. HR 30 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1172.)
Het hof heeft het verzoek vervolgens afgewezen op de grond dat “geen informatie is verschaft dat de verdachte niet in staat was om naar de terechtzitting te komen”. Daarmee heeft het hof kennelijk als zijn oordeel tot uitdrukking gebracht dat niet concreet de omstandigheid is aangevoerd die ten grondslag ligt aan het verzoek tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting dat namens de verdachte, die weet van de zitting, is gedaan. Dat oordeel is niet onbegrijpelijk.
3.Beslissing
1 december 2020.