ECLI:NL:HR:2020:1802

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 november 2020
Publicatiedatum
13 november 2020
Zaaknummer
19/02599
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mishandeling door taxichauffeur na onenigheid over betaling

In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 16 mei 2019 werd gewezen. De verdachte, geboren in 1975, was betrokken bij een incident waarbij hij door een taxichauffeur werd mishandeld. De mishandeling vond plaats na een onenigheid over de betaling van een taxirit. De taxichauffeur heeft de verdachte met een vuist op de neus geslagen. De Hoge Raad diende te beoordelen of deze handeling in redelijke verhouding stond tot de poging van de verdachte om geld uit handen van de taxichauffeur te pakken, waarbij de taxichauffeur tegen de handen van de verdachte duwde. De advocaat van de verdachte, M. Kuipers, heeft cassatiemiddelen voorgesteld, maar de advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 17 november 2020.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/02599
Datum17 november 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 16 mei 2019, nummer 23-003366-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft M. Kuipers, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman van de verdachte heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 november 2020.