ECLI:NL:HR:2020:1782

Hoge Raad

Datum uitspraak
13 november 2020
Publicatiedatum
12 november 2020
Zaaknummer
19/02372
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Goederenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de verkrijging van een tweedehands auto van een beschikkingsonbevoegde en de bescherming van de verkrijger

In deze zaak heeft eiser, wonende in Duitsland, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad heeft de klachten van eiser over het arrest beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De zaak betreft de verkrijging van een tweedehands auto van een beschikkingsonbevoegde en de vraag of de verkrijger bescherming geniet op basis van goede trouw en de onderzoeksplicht. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland en het arrest van het hof, waaruit blijkt dat de juridische context van de zaak complex is en dat de Hoge Raad niet verplicht is om te motiveren waarom de klachten niet tot vernietiging leiden. De Hoge Raad heeft het beroep van eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerders op nihil zijn begroot.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/02372
Datum13 november 2020
ARREST
In de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats], Duitsland,
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: J. de Jong van Lier,
tegen
1. V.O.F. [verweerster 1],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [verweerder 2],
wonende te [vestigingsplaats],
3. [verweerster 3] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/18/151950/HA ZA 14/305 van de rechtbank Noord-Nederland van 20 mei 2015 en 18 mei 2016;
het arrest in de zaak 200.197.644/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 februari 2019.
[eiser] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen [verweerders] is verstek verleend.
De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het beroep.
De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, F.J.P. Lock en A.E.B. ter Heide en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
13 november 2020.