In deze zaak heeft eiser, wonende in Duitsland, cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad heeft de klachten van eiser over het arrest beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De zaak betreft de verkrijging van een tweedehands auto van een beschikkingsonbevoegde en de vraag of de verkrijger bescherming geniet op basis van goede trouw en de onderzoeksplicht. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland en het arrest van het hof, waaruit blijkt dat de juridische context van de zaak complex is en dat de Hoge Raad niet verplicht is om te motiveren waarom de klachten niet tot vernietiging leiden. De Hoge Raad heeft het beroep van eiser verworpen en hem in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de verweerders op nihil zijn begroot.