3.3Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal van aangifte d.d. 27 april 2018 van de Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2018110301-l. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina 8 en 9):
als de op 27 april 2018 afgelegde verklaring van [verbalisant]:
Ik doe aangifte van belediging en openbare schennis van de eerbaarheid. Voor mijn verklaring en de reden van wetenschap verwijs ik naar het door mij opgemaakte proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1500-2018110301.
2. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 april 2018 van de Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500-2018110301-9. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina’s 10 tot en met 12):
als relaas van de opsporingsambtenaar [verbalisant]:
Op 27 april 2018, omstreeks 15:02 uur, reed ik, verbalisant [verbalisant], brigadier van de Politie Eenheid Den Haag, in mijn auto over de Oude Herenweg te Voorhout. Naast mij op de bijrijdersstoel zat mijn dochter van 4 jaar oud.
Ik zag dat een bus van Arriva de Oude Herenweg opdraaide. Mij is bekend dat de Oude Herenweg een weg is uitsluitend voor bestemmingsverkeer. Deze weg is dus niet bedoeld voor Arriva bussen. Het betreft een smalle weg en het is niet mogelijk op deze weg een andere personenauto te passeren.
Ik stond met mijn auto recht voor de bus, waardoor wij allebei geen andere kant op konden dan achteruit. Ik ben uitgestapt en ik ben naar het raam van de buschauffeur gelopen. Terwijl ik in gesprek was met de chauffeur zag ik dat een man naast de chauffeur kwam staan en mij aan keek. Ik hoorde de man tegen mij schreeuwen. Ik hoorde hem roepen: “Jij bent kankerlelijk”. Ik zag dat de man duidelijk opgefokt was. Ik rook door het raam van de buschauffeur dat de adem van de man naar inwendig gebruik van alcohol riekte.
Ik hoorde de man zeggen: “Ben jij van de politie of zo?”
Ik zei: “Ja dat klopt, ik ben van de politie”. Ik hoorde hem door razen: “Oh ik zie dat je een kind in je auto hebt, wat een kankerlelijk kind, kankerlelijk wijf dat jij er bent”.
Door zijn woorden voelde ik mij beledigd.
Ik besloot vervolgens achteruit te rijden, zodat de bus mij kon passeren. Op het moment dat de bus mij passeerde op de Oude Herenweg, zag ik dat de man, die zojuist zo tekeer was gegaan tegen mij, in de bus zijn broek naar beneden trok en zijn blote billen tegen het raam drukte aan de zijde waar ik stond. Ik hoorde mijn dochter zeggen: “Kijk mama, blote billen”.
Ik besloot achter de bus aan te rijden en de politie te bellen. Ik zag dat de bus stopte bij de bushalte Raadhuis, op de Parklaan te Sassenheim. Ik parkeerde mijn voertuig achter de bus en ik zag dat op dat moment de manspersoon die mij zojuist had beledigd en zijn blote kont aan mij had laten zien, uitstapte en naar mijn auto liep.
Ik zag dat hij mijn portier opende en ik hoorde hem schreeuwen: “Waar ben je nou mee bezig, kankerlelijk wijf”.
Ik hoorde hem schreeuwen: “Jij bent kanker gek”.
Ik zag dat de man heel dicht bij mij kwam staan. Hij stond ongeveer 10 centimeter voor mij en schreeuwde: “Jij stinkt ook lelijk wijf en je kind is ook kankerlelijk”.
Kort daarna zag ik dat mijn collega's ter plaatse kwamen. Zij hebben vervolgens de man aangehouden.”
3. Een proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 27 april 2018 van de Politie Eenheid Den Haag met nr. PL1500- 2018110301-13. Dit proces-verbaal houdt onder meer in (pagina's 34 tot en met 40):
als de op 27 april 2018 afgelegde verklaring van de verdachte:
Ik ben vandaag met mijn vriendin en onze kinderen met de bus naar Lisse geweest. We zijn om 16:00 uur weggegaan uit Lisse, ik ging de bus in met mijn vriendin en twee kinderen.
Opeens stond de bus stil op de weg en we gingen niet verder.
Ik zag dat de buschauffeur aan het praten was met een vrouw die naast de bus stond. De vrouw zei dat de bus daar niet mocht rijden en dat de bus naar achteren moest. Ik ben opgestaan en naar de chauffeur gelopen.
Ik heb tegen de vrouw gezegd dat ze lelijk is en dat haar kind ook lelijk is. Ik heb die vrouw een kankerlelijk wijf genoemd.
De vrouw reed met haar auto achteruit een erf op, waardoor de bus vooruit kon rijden. Ik zag in het voorbij rijden de vrouw in de auto zitten. Ik liet voor het raam in de bus mijn broek deels zakken. Ik keerde mijn billen in de richting van het raam van de bus. Zij moet mijn billen hebben gezien.
Ik beken dat ik mij schuldig heb gemaakt aan schennis der eerbaarheid.
4. De verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 20 juni 2019, inhoudende:
Ik heb op 27 april 2018 in de bus in Sassenheim en Voorhout, gemeente Teijlingen, mijn broek naar beneden gedaan en mijn billen getoond aan aangeefster [verbalisant].
Ik heb inderdaad mijn broek laten zakken en mijn billen getoond aan [verbalisant] in het bijzijn van haar dochtertje en mijn eigen dochter.
U houdt mij voor dat ik op 27 april 2018 in Sassenheim en/of Voorhout, gemeente Teijlingen, tegen [verbalisant] heb gezegd:
“je bent kankerlelijk, wat een kankerlelijk kind, kankerlelijk wijf dat je bent, je bent kankergek en je stinkt ook lelijk wijf”.
Ik heb dat inderdaad gezegd. Wat ik gedaan heb is fout, maar een brigadier van politie kan ook anders reageren naar mij toe.”