ECLI:NL:HR:2020:1659
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep tegen uitspraak Gerechtshof 's-Hertogenbosch inzake herziening belastingzaak
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 oktober 2020 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, [X] te [Z], tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 20 februari 2020, met nummer 19/00230. Deze uitspraak betrof een verzoek van belanghebbende tot herziening van een eerdere uitspraak van het Hof van 23 januari 2014, nummer 12/00629.
De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en de klachten over de uitspraak van het Hof in overweging genomen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om een advies uit te brengen. Na beoordeling is de Hoge Raad tot de conclusie gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Wat betreft de proceskosten heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2020, waarbij de uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.