Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Amsterdam,
2.Uitgangspunten en feiten
3.Beoordeling van het middel in het incidentele beroep
4.Beoordeling van het middel in het principale beroep
5.Beslissing
16 oktober 2020.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 oktober 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door een werknemer tegen GVB Exploitatie B.V. De werknemer had in hoger beroep beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter die zijn arbeidsovereenkomst had ontbonden. Het hof had de ontbinding van de arbeidsovereenkomst bevestigd, maar de werknemer was het niet eens met de beslissing over de ontvankelijkheid van zijn hoger beroep. De werknemer had zijn beroepschrift per fax ingediend, maar het faxbericht bevatte slechts vijf van de tweeëntwintig pagina's, terwijl de overige pagina's blanco waren. GVB stelde dat de werknemer niet-ontvankelijk moest worden verklaard wegens termijnoverschrijding.
De Hoge Raad oordeelde dat de ontvangst van een fax op het faxapparaat van de griffie voldoende is om deze als ontvangen aan te merken. De Hoge Raad volgde het oordeel van het hof dat het niet afgedrukt zijn van de overige bladzijden het gevolg was van een technische oorzaak die niet voor rekening van de werknemer kwam. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van de werknemer en bevestigt de beslissing van het hof, waarbij GVB werd veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding aan de werknemer. De kosten van het geding in cassatie werden aan GVB opgelegd.