ECLI:NL:HR:2020:1616
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Den Haag inzake BIZ-bijdrage gemeente Nissewaard
In deze zaak heeft [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 18 september 2019, nr. 17/00643. Dit hoger beroep volgde op een eerdere uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nr. ROT 16/5428) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2016 opgelegde aanslag BIZ-bijdrage [A] van de gemeente Nissewaard. De Hoge Raad heeft het middel dat door belanghebbende is aangevoerd tegen de uitspraak van het Hof beoordeeld. De Hoge Raad oordeelt dat het middel niet kan leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. Dit oordeel behoeft geen verdere motivering, aangezien het niet noodzakelijk is om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie.
De Hoge Raad heeft ook de proceskosten in deze zaak beoordeeld en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk verklaart de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond. Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en is in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2020.