Uitspraak
et BESTUUR VAN BELASTINGSAMENWERKING GEMEENTEN EN HOOGHEEMRAADSCHAP UTRECHT
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 oktober 2020 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van belanghebbende, [X], tegen het Bestuur van Belasting-samenwerking Gemeenten en Hoogheemraadschap Utrecht. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 12 november 2019, die op haar beurt weer betrekking had op een verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank van 16 april 2019. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Rechtbank duidelijk niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De uitspraak is gedaan door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en is openbaar uitgesproken op de genoemde datum.