ECLI:NL:HR:2020:1512

Hoge Raad

Datum uitspraak
29 september 2020
Publicatiedatum
24 september 2020
Zaaknummer
19/03452
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over niet-ontvankelijkheid van beklag inzake inbeslagname van auto en goederen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 september 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure met nummer 19/03452. De zaak betreft een beklag van een klager, die in de auto zat die in beslag was genomen in het kader van een helingsverdenking. De rechtbank Gelderland had op 18 juli 2019 het beklag van de klager niet-ontvankelijk verklaard, omdat de auto en de daarin bevindende spullen waren teruggegeven aan een Bulgaars autobedrijf. De klager stelde dat de rechtbank artikel 116.3 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) had moeten toepassen, maar de Hoge Raad oordeelde dat deze opvatting onjuist was. De Hoge Raad bevestigde dat de rechtbank niet onbegrijpelijk had vastgesteld dat de auto onder ander dan de klager in beslag was genomen. Hierdoor was het klaagschrift van de klager terecht niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad concludeerde dat de teruggave van de auto aan de rechthebbende het beslag had beëindigd, waardoor de klager niet kon worden ontvangen in zijn beroep. De beschikking van de Hoge Raad is gegeven door vice-president J. de Hullu en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M. Kuijer, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer19/03452 B
Datum29 september 2020
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland van 18 juli 2019, nummer RK 19/4626, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft J.J.J. van Rijsbergen, advocaat te Breda, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het cassatieberoep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat de rechtbank de klager ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard in zijn beklag.
2.2
Het cassatiemiddel leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en M. Kuijer, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
29 september 2020.