ECLI:NL:HR:2020:1392
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 september 2020 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van belanghebbende, [X] te [Z], tegen eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er geen wettelijke basis is voor het indienen van een beroep in cassatie tegen de uitspraken van de bestuursrechter, in dit geval de Raad van State. Dit betekent dat de Hoge Raad niet-ontvankelijk verklaart het beroep in cassatie, omdat de wet geen mogelijkheid biedt om tegen deze specifieke uitspraken in cassatie te gaan. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken, wat betekent dat de kosten voor de procedure niet aan een van de partijen worden opgelegd. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, waarbij J. Wortel als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools. De beslissing is openbaar uitgesproken, wat betekent dat de uitspraak toegankelijk is voor het publiek en dat de rechtsgang transparant is.