ECLI:NL:HR:2020:1359
Hoge Raad
- Cassatie
- R.J. Koopman
- P.M.F. van Loon
- L.F. van Kalmthout
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 september 2020 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 22 november 2019, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak over de door haar op aangifte voldane belasting van personenauto’s en motorrijwielen aan de orde was. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de griffier van de Hoge Raad belanghebbende op 28 maart 2020 had gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en een termijn van vier weken had gesteld voor de betaling daarvan. De griffierecht is echter niet voldaan, ondanks een herinneringsbrief van 13 mei 2020 waarin belanghebbende de gelegenheid kreeg om te verklaren waarom het griffierecht niet tijdig was betaald. De argumenten die belanghebbende in haar brief van 5 juni 2020 aanvoerde, werden door de Hoge Raad niet als voldoende geacht om te concluderen dat belanghebbende niet in verzuim was. Hierdoor werd het beroep in cassatie op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet-ontvankelijk verklaard. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.