ECLI:NL:HR:2020:1257
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie betreffende belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2020 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie met nummer 20/01407. Het beroep is ingesteld door [X] te [Z], hierna aangeduid als belanghebbende. De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende op 21 april 2020 verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze aangetekende brief is afgeleverd op het door belanghebbende opgegeven adres, maar belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van deze gelegenheid om de benodigde documenten aan te leveren.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat het niet mogelijk is om te bepalen waarop het geschil precies betrekking heeft, aangezien belanghebbende niet heeft gereageerd op het verzoek om informatie. Hierdoor is de Hoge Raad tot de conclusie gekomen dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard moet worden. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet verder in behandeling neemt, omdat de noodzakelijke informatie ontbreekt.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken, wat gebruikelijk is in gevallen waarin het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard. De beslissing is openbaar uitgesproken, waarbij de raadsheer J. Wortel als voorzitter fungeerde, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, en de waarnemend griffier F. Treuren aanwezig was.