ECLI:NL:HR:2020:1145

Hoge Raad

Datum uitspraak
26 juni 2020
Publicatiedatum
25 juni 2020
Zaaknummer
19/02362
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beslag op kinderalimentatie en opheffingskortgeding

In deze zaak heeft de vrouw, eiseres tot cassatie, beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De vrouw heeft klachten geuit over de beslaglegging op kinderalimentatie en het niet in acht nemen van de beslagvrije voet. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

De Hoge Raad heeft het beroep van de vrouw verworpen en haar in de kosten van het geding in cassatie veroordeeld, die aan de zijde van de man zijn begroot op nihil. Dit arrest is gewezen op 26 juni 2020 door de vicepresident E.J. Numann en de raadsheren G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en F.J.P. Lock. De uitspraak is openbaar gedaan door raadsheer C.E. du Perron.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer19/02362
Datum26 juni 2020
ARREST
In de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: de vrouw ,
advocaat: J. van Weerden,
tegen
[de man],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de man,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/16/461429 / KG ZA 18-336 van de voorzieningenrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 6 juli 2018;
het arrest in de zaak 200.243.915 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 april 2019.
De vrouw heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen de man is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal R.H. de Bock strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de vrouw heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [de vrouw] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [de man] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren G. Snijders, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op
26 juni 2020.