ECLI:NL:HR:2019:927

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 juni 2019
Publicatiedatum
13 juni 2019
Zaaknummer
18/01535
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over de uitleg van een koopovereenkomst en de verplichting tot bijbetaling

In deze zaak heeft [eiseres] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen de arresten van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een koopovereenkomst en de vraag of er een verplichting tot bijbetaling bestaat. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 14 juni 2019 geoordeeld dat de klachten van [eiseres] niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen en arresten die relevant zijn voor het procesverloop, waaronder vonnissen van de rechtbank Zeeland-West-Brabant en arresten van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep, waarop de advocaat van [eiseres] schriftelijk heeft gereageerd. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en [eiseres] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 2.049,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. Dit arrest is gewezen door de vicepresident en raadsheren van de Hoge Raad, en openbaar uitgesproken door raadsheer M.V. Polak.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer18/01535
Datum14 juni 2019
ARREST
In de zaak van
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: mr. M.W. Scheltema,
tegen
1. [verweerster 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. [verweerster 3],
wonende te [woonplaats],
4. [verweerder 4],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk : [verweerders],
advocaat: mr. J.P. Heering.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/02/287719/HA ZA 14-683 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 14 januari 2015 en 2 december 2015;
b. de arresten in de zaak 200.186.911/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 juli 2017 en 16 januari 2018.
[eiseres] heeft tegen de arresten van het gerechtshof beroep in cassatie ingesteld. [verweerders] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor [verweerders] mede door mr. J.L. Luiten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerders] begroot op € 2.049,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, C.E. du Perron, M.J. Kroeze en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op
14 juni 2019.