Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van de middelen
3.Beslissing
4 juni 2019.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 13 juli 2018 uitspraak deed in een strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1984. De verdachte was betrokken bij een fatale schietpartij in Enschede, waarbij hij een ander met hagel in het gezicht schoot na een ruzie over door hem geleverde speed. Het Openbaar Ministerie was ontvankelijk in het hoger beroep, dat gericht was tegen de vrijspraak van moord. De advocaat van de verdachte, A.C. Huisman, heeft middelen van cassatie voorgesteld, maar de Advocaat-Generaal A.E. Harteveld concludeerde tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de voorgestelde middelen niet tot cassatie konden leiden, omdat zij geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling aan de orde stelden. De Hoge Raad verwerpt het beroep en bevestigt daarmee het oordeel van het Gerechtshof.